Wat mag dat kosten?

In 2020 was sprake van lagere uitgaven van diverse budgetten als gevolg van fasering door corona naar 2021. In de Jaarrekening 2020 zijn deze middelen daarom beklemd. Nu worden zij aan de budgetten 2021 toegevoegd. Het betreft:

• Regionale netwerken voor innovatie ZH (RNIZ) € 0,3 mln
• Campusregeling € 0,4 mln
• Greenports € 0,4 mln
• Aerospace campus Noordwijk € 0,1 mln
• Breed MKB € 0,3 mln
• Fieldlabs € 0,6 mln

Dekking ten laste van de Algemene reserve.

Voor de regionale Groeiagenda wordt € 0,5 mln beschikbaar gesteld. Het betreft hier begeleidingskosten voor de vanuit de Nationale Groeiagenda aan de regio toegewezen projecten.
Dekking uit de Algemene reserve.

Voor Breed MKB wordt € 1 mln beschikbaar gesteld. Het betreft verdere ondersteuning en begeleiding van het mkb in de regio bij het economisch herstel en deelname in vernieuwingstrajecten.
Dekking uit de Algemene reserve.

Voor het onderwerp Circulair wordt € 0,4 mln beschikbaar gesteld met het oog op de zogeheten Stap naar voren. Hierbij worden doorbraakprojecten vormgegeven, om vanuit de startfase in volgende fasen tot volwassenheid te komen.
Dekking uit de Algemene reserve.

Als gevolg van actuele bijstellingen bij subsidieontvangers wordt het verloop van de uitgaven in de looptijd aangepast, mede door corona. In 2021 dalen de uitgaven met € 0,4 mln. In 2022 en 2023 jaarlijks met € 0,1 mln. In 2024 stijgen de uitgaven met € 0,3 mln. Daarnaast worden de uitgaven in de jaren 2021 t/m 2023 met € 0,3 mln verlaagd vanwege een extra storting in de reserve van € 0,3 mln per jaar.
Deze fasering naar volgende jaren wordt mede veroorzaakt door openstelling van de subsidieregeling jaarlijks in het najaar in plaats van in het voorjaar. Hierdoor vallen de uit te voeren activiteiten van de subsidieontvangers jaarlijks volledig na het verleningsjaar. Het uitgavenbudget verschuift mee.
De fasering verloopt via de reserve RNIZ.

Informatie van de Spacecampus-partijen leert dat de fasering van het budget van de Regiodeal Noordwijk (in totaal € 8 mln) licht moet worden bijgesteld, omdat de plannen voor de bouw van het campusgebouw nog niet geheel zijn afgerond. Het betreft hier een verschuiving van € 0,5 mln naar 2022.
De fasering verloopt via de reserve Versterking economie

Bij de campusregeling is sprake van fasering van de uitgaven naar latere jaren. Het effect is een daling van de uitgaven in 2021 met € 1,7 mln, in 2022 met € 0,3 mln en in 2023 met € 0,2 mln. In 2024 stijgen de uitgaven met € 0,8 mln. De fasering wordt mede veroorzaakt door openstelling van de subsidieregeling jaarlijks in het najaar in plaats van het voorjaar. Hierdoor vallen de uit te voeren activiteiten van de subsidieontvangers volledig na het verleningsjaar. Het lastenbudget verschuift mee.
De fasering verloopt via de reserve Versterking economie.

Actualisatie van de uitgaven van de subsidie-uitgaven voor EFRO en Interreg leidt tot een lichte bijstelling. In 2021 dalen de uitgaven met € 0,1 mln en in 2022 met € 0,2 mln.
De fasering verloopt via de reserve Versterking economie.
Vanuit de tweede Europese periode voor de subsidieregeling EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) is recent de laatste verlening goedgekeurd. Voor de subsidie voor 'Polanen' in het Westland worden de uitgaven van de cofinanciering door de provincie nu gebudgetteerd. Dit leidt tot hogere uitgaven in 2023 van € 0,9 mln en in 2026 overeenkomstig tot lagere uitgaven van € 0,9 mln.

Voor de MIT-subsidieregeling (MKB innovatie) wordt 50% ingelegd door de provincie en 50% door het Rijk. Rijksuitkeringen worden vanaf december 2020 gedaan via een 'SPUK' (Specifieke Uitkering). Bij Voorjaarsnota 2021 kan op basis hiervan worden gebudgetteerd voor het rijksdeel over de jaren 2020 en 2021. Dit leidt tot een verhoging van het budget (deel SPUK) met € 6,9 mln in 2021, € 8,8 mln in 2022 en € 1,7 mln in 2023.
De baten van dit beleidsdoel zijn overeenkomstig verhoogd.
Bij de MIT-regeling is daarnaast sprake van actualisering van de uitgaven over de jaren en minder voorfinanciering vanuit de eigen programmareserve MIT (omdat er nu duidelijkheid is over de SPUK). De actualisering is gebaseerd op de subsidieverleningen ultimo 2020 die bij Begroting 2021 nog niet bekend waren. Het gezamenlijk effect is een daling van de uitgaven uit de eigen reserve in 2021 met € 1 mln, in 2022 met € 0,6 mln en in 2023 met € 1,2 mln.
De verwachting is dat het volledige MIT budget wordt bestemd. Dat is ook de afspraak met het Rijk. In afwachting van nader inzicht in de uitgaven 2024 worden de resterende reservemiddelen MIT in 2024 ter begroting gebracht (€ 3 mln). De fasering verloopt via de reserve MIT.

Actualisatie van de activiteiten bij Accez-partners leidt tot geringe aanpassingen van de uitgaven. In 2021 stijgen de uitgaven met € 0,048 mln, in 2022 en 2023 met € 0,2 mln. Dit als gevolg van lagere uitgaven in voorgaande jaren.
De fasering verloopt via de reserve Versterking economie.

Detailuitwerking van deelprojecten binnen het project Verkenning Digitalisering leidt tot geringe aanpassing van de planning van de uitgaven. Daarom wordt € 0,1 mln gefaseerd naar 2022.
De fasering verloopt via de reserve Versterking economie.

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidscapaciteit.

In 2020 is bij twee taken minder uitgegeven door fasering naar 2021. Deze budgetten zijn bij Jaarrekening 2020 beklemd en worden aan de budgetten 2021 toegevoegd. Dit betreft:

• Human Capital € 0,3 mln
• Subsidies Detailhandel € 0,3 mln
• UHB Zernikedreef € 0,8 mln

Dekking ten laste van de Algemene reserve.

Het uitgavenpatroon van de subsidieregeling Duurzaamheid op bedrijventerreinen wordt aangepast. De verwachting is dat er versneld uitgaven zullen worden gedaan. Het effect voor het jaar 2021 is een toevoeging aan het budget van € 0,9 mln. In 2022 en 2023 is de toevoeging resp. € 1,1 mln en € 0,5 mln. In 2024 (€ - 1,1 mln) en volgende jaren dalen de uitgaven overeenkomstig.
De fasering verloopt via de reserve Versterking economie.

In 2021 treedt vertraging op in het Human Capital programma, onder meer als gevolg van de coronacrisis. De actualisering van de fasering van de uitgaven leidt tot een verlaging van de uitgaven in 2021 met € 1 mln. In 2022 en 2023 stijgen de uitgaven met jaarlijks € 0,5 mln.
De fasering verloopt via de reserve Human Capital.

In 2020 is bij een aantal taken minder uitgegeven als gevolg van fasering naar 2021. Deze budgetten zijn bij Jaarrekening 2020 beklemd en worden aan de budgetten 2021 toegevoegd. Dit betreft:

• Herbestemming monumenten € 0,1 mln
• Onderhoud/draaipremies molens € 0,1 mln
• Restauratie rijksmonumenten € 0,8 mln
• Erfgoedlijnen restauratie € 0,1 mln
• Cultuur algemeen € 0,1 mln

Dekking beklemming (€ 1,2 mln) ten laste van de Algemene reserve.
Van het budget Restauraties rijksmonumenten ad € 0,8 mln wordt € 0,3 mln aan het budget 2021 toegevoegd.
€ 0,5 mln wordt in de reserve Restauratie rijksmonumenten gestort. Het betreffen hier subsidies die in 2020 of eerder al verleend zijn maar voor een deel uitvoering kennen in 2021 en verder.

In 2020 is € 142.080 ontvangen van het Rijk als specifieke uitkering (SPUK) voor Culturele voorzieningen 2020. Dit ter compensatie van extra kosten om de provinciaal gesubsidieerde culturele instellingen te ondersteunen bij het dragen van de gevolgen van de coronacrisis. De uitkering is bestemd voor subsidies en bijdragen aan culturele instellingen ter dekking van extra uitgaven of gederfde inkomsten als gevolg van corona.
De uitgaven en inkomsten worden in 2021 ter begroting gebracht. (zie baten).

Voor de MIT-subsidieregeling (MKB innovatie) wordt 50% ingelegd door de provincie en 50% door het Rijk. Rijksuitkeringen worden vanaf december 2020 gedaan via een 'SPUK' (Specifieke Uitkering). Bij Voorjaarsnota 2021 kan op basis hiervan worden gebudgetteerd voor het rijksgedeelte over de jaren 2020 en 2021. Dit leidt tot een verhoging van het budget (deel SPUK) met circa € 6,9 mln in 2021, € 8,8 mln in 2022 en € 1,7 mln in 2023.
De baten van dit beleidsdoel zijn overeenkomstig verhoogd.

In 2020 is € 142.080 ontvangen van het Rijk als specifieke uitkering (SPUK) voor Culturele voorzieningen 2020. Dit ter compensatie van extra kosten om de provinciaal gesubsidieerde culturele instellingen te ondersteunen bij het dragen van de gevolgen van de coronacrisis. De uitkering is bestemd voor subsidies en bijdragen aan culturele instellingen ter dekking van extra uitgaven of gederfde inkomsten als gevolg van corona.
De uitgaven en inkomsten worden in 2021 ter begroting gebracht. (zie lasten).