Wat gaan we doen om het beleidsdoel te realiseren?

Om de verschillende beleidsdoelen voor de ambitie te realiseren, hebben we elk doel vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.

Beleidsdoel 7-1 Bevorderen verbetering milieukwaliteit en gezondheid

Beleidsprestatie 7-1-1 Bevorderen van gezonde luchtkwaliteit

Beleidsprestatie 7-1-2 Verminderen van geluidhinder

Beleidsprestatie 7-1-3 Voorkomen van risico’s door ongevallen met gevaarlijke stoffen (transport/industrie)

Beleidsprestatie 7-1-4 Beschermen en benutten van de kwaliteiten van het bodem- en grondwater-systeem

Eind 2020 is het Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020 afgerond. Dit convenant vormde de grondslag voor de afspraken tussen het Rijk, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen over de uitvoering van bodemtaken en de verdeling van middelen in die periode. Voor 2021 werden de taken voor bodem en ondergrond onder het regime van de Wet bodembescherming (Wbb) uitgevoerd door 12 provincies en 29 rechtstreekse gemeenten. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet (januari 2022) worden de budgetten voor taken rond bodem en ondergrond verdeeld over 12 provincies en 352 gemeenten. Als gevolg van het uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet is een leemte ontstaan voor het beschikbaar stellen van de noodzakelijke middelen. Om die reden worden voor het overbruggingsjaar 2021 de Rijksmiddelen voor de uitvoering van de bodemtaken verstrekt via een Decentralisatie Uitkering (DU) en een Specifieke Uitkering (SPUK).

In het kader van de warme overdracht van bodemtaken door de komst van de Omgevingswet zijn afspraken gemaakt met de omgevingsdiensten die gevolgen hebben voor hun werkplannen in 2022. Hierin zijn zowel uren als inzet herijkt.

Voor het terrein van de voormalige gasfabriek in Oude Tonge is na jaren een oplossing gevonden in samenwerking met de eigenaren, de gemeente en een projectontwikkelaar. Op het terrein is sprake van een ernstig en spoedeisend geval van bodemverontreiniging veroorzaakt door de voormalige gasfabriek die in het verleden op de locatie aanwezig was. Sanering is niet mogelijk zonder sloop van de bestaande bedrijfsbebouwing. De locatie is eigenlijk ook niet meer geschikt voor bedrijfsactiviteiten vanwege de ontsluiting en omdat de gemeente bedrijfsactiviteiten elders concentreert. Voor de locatie is een transformatie naar woonbestemming mogelijk. Vanwege de ruimtelijke beperkingen die gelden voor het buitengebied, in combinatie met de hoge saneringskosten, is een bijdrage in de saneringskosten nodig om het project te realiseren. Dekking voor de begrotingssubsidie komt uit de reserve Bodem, ondergrond en grondwater.

Beleidsprestatie 7-1-5 Vergunningverlening, toezicht en handhaving, uitgevoerd door de ZH omgevingsdiensten

Afgelopen jaren zijn complexe vraagstukken rond afval(bedrijven) en afvalregelgeving toegenomen. Dit vraagt om voldoende kennis van de regelgeving rond afvalstoffen bij de provincie. Dit is van belang voor het omgaan met afvalbedrijven die veel overlast veroorzaken, maar ook voor het stimuleren van een circulaire economie en bij het vergunnen van ontgassingsinstallaties in verband met het verbod op ontgassende schepen. Het vinden van ruimte in de bestaande afvalregelgeving, het maken van beleid en kaders voor de omgevingsdiensten en beïnvloeding van rijksbeleid vragen om grondige kennis, wat met uitbreiding van de arbeidscapaciteit met een beleidsmedewerker gespecialiseerd in afvalregelgeving, wordt gerealiseerd.

Beleidsprestatie 7-1-6 Samenhangend beleidskader Gezond en Veilig met kennisontwikkeling en innovatie

Beleidsdoel 7-2 Gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving

Beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie

Effect corona op recreatie- en natuurgebieden
Door de lockdown zijn veel vrijetijdsbestedingen komen te vervallen. Daarnaast zijn mensen meer bezig met een gezonde levensstijl. Deze twee ontwikkelingen hebben geleid tot een toename van vooral wandel- en fietsrecreanten. De huidige voorzieningen in recreatie- en natuurgebieden zijn niet overal toereikend om deze stroom nieuwe recreanten op te vangen. Om de recreatie- en natuurgebieden hierin te ondersteunen is de mogelijkheid gecreëerd provinciale subsidie aan te vragen. Hiervoor is een totaal budget van € 0,7 mln beschikbaar. Wat betreft de maatregelen kan gedacht worden aan bijvoorbeeld voorlichting over gedragsregels, aanvullende routes uitzetten, plaatsen van extra prullenbakken, maar ook aan maatregelen gericht op een prettiger verblijf van recreanten, zoals extra bankjes of natuurkijkers. Tot slot kunnen maatregelen er ook op gericht zijn negatieve effecten van de toename van recreanten op te vangen, zoals intensivering van de schoonmaak en verbetering van wandelpaden/parkeerplaatsen. De gebieden die in aanmerking komen hebben een minimale omvang van 100 ha, zijn openbaar toegankelijk en vervullen een rol voor recreatie. Hieronder vallen recreatiegebieden, natuurgebieden en grote stadsparken.

Ondersteuning reddingsbrigades
Vrijwilligers van de reddingsbrigades zorgen voor de zwemveiligheid zodat van de zee en de wateren van bijvoorbeeld de recreatiegebieden gebruik kan worden gemaakt om in/op te sporten en te ontspannen. In 2020 moesten lifeguards drie keer vaker in actie komen dan voorgaande jaren. Nieuwe lifeguards konden door de gevolgen van corona niet opgeleid worden. Daarnaast was het voor huidige lifeguards ook beperkt mogelijk om te trainen. Met de reddingsbrigades wordt bezien welke knelpunten de coronadrukte verder oplevert en op welke wijze de provincie incidenteel kan ondersteunen bijv. op het gebied van materialen of vrijwilligersbeleid.

Versterking recreatie- en erfgoedlijnen
In een GS-brief aan Provinciale Staten in december 2020 is aangegeven hoe binnen recreatie, erfgoed en toerisme wordt samengewerkt. Om een aantal extra projecten te ondersteunen worden dit jaar incidenteel extra middelen beschikbaar gesteld.

Sportevenementen
Voornemen was om in 2021 bij te dragen aan sportevenementen die gericht zijn op bewegen in de buitenruimte, evenementen in recreatiegebieden voor ‘buurtbewoners’ die hier anders niet komen en op specifieke groepen die qua deelname aan sport en recreatie ondervertegenwoordigd zijn. Door de coronapandemie zijn er in het 1e halfjaar van 2021 geen evenementen georganiseerd en het is nog onzeker of en in welke mate evenementen in de 2e helft van 2021 wel mogelijk zijn. Daarom is nog geen actief beleid opgezet om de evenementen te ondersteunen.

Overdracht provinciale recreatiegebieden
De overdracht van provinciale recreatiegebieden waar eerder al afkoopsommen voor waren gereserveerd in de begroting en waarvoor ook de overdrachtsgesprekken waren gestart, verloopt voorspoedig. Zo is in 2021 overeenstemming bereikt over de overdracht van het Oosterduinse Meer, Wandelbos Laakweg & kade Rietmolen (ook wel aangeduid als Balij). In de gesprekken met Dordrecht over de afronding van de Nieuwe Dordtse Biesbosch, onderdeel van het programma Recreatie om de Stad, wordt ook de overdracht van de Louisa- en Cannemanspolder betrokken. Door de LC-polder aan de gemeente Dordrecht over te dragen (die ook al andere recreatiegebieden in en rond Nieuwe Dordtse Biesbosch beheert) ontstaat samenhang in het gebied, met één beheerloket waar gebruikers voor alle recreatiegebieden terecht kunnen.

Uitvoeren motie 811
Naar aanleiding van de op 27 juni 2018 aangenomen motie 811 is er € 0,3mln beschikbaar gekomen om de natuur in Vlietland aan te vullen en uit te breiden met opgaande natuur als bomen, bosschages en struweel. Met dit budget is in verschillende tranches in 2019 en 2021 een mix van struweel en bomen aangeplant gecombineerd met de herplantopgave van de Rijnlandroute om zo snel zichtbare resultaten te boeken.
Met deze tranches is ongeveer 40% van het budget van de motie uitgegeven. Combinatie van extra aanplant afgestemd op de ligging en uitvoering van de geluidwerende voorziening (motie 867) kan leiden tot verbetering van de gebiedskwaliteit en onttrekking van het zicht vanuit Vlietland op de A4. Daarom is na overleg met de betrokken gebiedspartijen besloten de werkzaamheden voor de motie voor dit moment “on hold” te zetten totdat er zicht is op een mogelijke samenhang tussen de doelen van motie 867 en motie 811.

Groot onderhoud provinciale recreatiegebieden
Momenteel heeft de provincie nog zeven recreatiegebieden in eigendom (samen zes procent van het totale areaal aan recreatiegebieden). Voor de meeste gebieden is alleen voor het jaarlijkse regulier beheer en onderhoud structureel in de begroting budget gereserveerd. In de Startnotitie Sport en Recreatie is vastgelegd dat de provincie ervoor blijft zorgen dat de eigen gebieden schoon, heel en veilig blijven. Om hiervoor te zorgen is het nodig dat naast de jaarlijkse kosten voor regulier beheer en onderhoud ook middelen voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen beschikbaar komen. In de Begroting 2021 is in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen aangegeven dat voor de provinciale recreatiegebieden berekeningen en meerjarenplanningen voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen worden opgesteld, inclusief de financiële uitwerking hiervan. Het was de bedoeling deze in het voorjaar 2021 gereed te hebben, opdat de (financiële) effecten hiervan in de Voorjaarsnota 2021 kunnen worden aangegeven.
Afgelopen maanden is met behulp van het Terreinbeheer Model de benodigde jaarlijkse reservering groot onderhoud en vervangingsinvesteringen inzichtelijk gemaakt. Er is ook een meerjarenplanning groot onderhoud en vervangingsinvesteringen opgesteld.
Uit deze berekening blijkt dat om de gebieden op basisniveau te blijven onderhouden jaarlijks een reservering nodig is van € 0,312 mln (afgerond) voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Bij overdracht van provinciale recreatiegebieden zal dit bedrag verminderen. Voor 2021 is een extra budget van € 0,2 mln opgenomen.