1.1 LIFE IP All4Biodiversity
Nederland kent veel mooie natuurgebieden, met bijzondere planten, dieren en landschappen. Door verdroging, versnippering of teveel stikstof staat de natuur onder druk. Vaak komt dit door activiteiten in de directe omgeving. All4biodiversity wil daar iets aan doen. Het zesjarige programma (2020-2025) wil de kwaliteit van natuurgebieden in Nederland verhogen door op zoek te gaan naar kansen voor een meer natuurlijk beheer rondom natuurgebieden en te inventariseren hoe dat financieel en organisatorisch mogelijk gemaakt kan worden.
De provincie Zuid-Holland leidt het landelijke programma, dat mogelijk wordt gemaakt door een bijdrage uit het Europese LIFE IP fonds. Eind 2020 is de overeenkomst met de Europese Unie afgesloten en is direct begonnen met de uitvoering waarbij eveneens wordt gekeken naar de gebiedsgerichte aanpak rondom de Natura 2000 gebieden, de zogenaamde governance. Ook wordt de huidige wet- en regelgeving in het project tegen het licht gehouden.
Het programma krijgt onder meer vorm via pilot-projecten verspreid over de deelnemende provincies. In Zuid-Holland zijn Midden-Delfland en De Donkse Laagten als pilotgebied aangewezen. PZH is trekker van de pilot De Donkse Laagten.
Pilot De Donkse Laagten
Het Natura 2000-gebied De Donkse Laagten is centraal gelegen in de Alblasserwaard en is ongeveer 190 ha groot. Het gebied is van internationaal belang (Vogelrichtlijngebied) als overwintergebied voor de Kolgans, de Brandgans en de Kleine zwaan. Het gebied wordt ook steeds belangrijker als weidevogelgebied en er zijn bijzondere soortenrijke graslanden (blauwgrasland) te vinden. De partners van deze pilot (te weten Staatsbosbeheer, Agrarisch Collectief Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Groene Cirkel Kaas & Bodemdaling, Waterschap Rivierenland en de provincie Zuid-Holland) hebben in 2020 de basis gelegd voor de maatregelen die in 2021 en 2022 in de praktijk getest worden. Dat zijn – op hoofdlijnen – waterinfiltratiesystemen gericht op het verhogen van de biodiversiteit, investeringen in kruidenrijk grasland en een onderzoek naar effecten van vernatting. Ook een bredere ecologische inventarisatie, ontwerpsessies met boeren en het versterken van bestaande onderwijsprogramma’s maken deel uit van de pilot.