Paragraaf Subsidies

De begrotingssubsidie aan Stichting Duurzaam Financieren t.b.v. waterschapsbank voor een bedrag van € 1.700.000 (beleidsdoel 3.1)
Dit betreft een subsidie onder de opschortende voorwaarde dat zich een onzekere gebeurtenis voordoet. De betalingsverplichting gaat alleen in wanneer de aanvrager niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen jegens de waterschapsbank en de terugkoopverklaring geen navolging kan vinden vanwege financiële tekorten bij de aanvrager (de onzekere gebeurtenis). De terugkoopverklaring houdt in dat de woningcorporatie de volledige financiering van de bank zal terugbetalen middels het aankopen van zonnepanelen (tegen een vooraf vastgesteld bedrag, hetgeen voldoende is om minimaal de openstaande lening af te lossen,) indien de exploitatie onvoldoende is voor het dragen van de financieringslasten. Woningcorporaties mogen een energie coöperatie namelijk niet financieren dan wel een garantie afgeven. Ze mogen echter wel een terugkoopverklaring afgeven ten faveure van de banken en indirect dus aan PZH als garant in deze. De terugkoopregeling, naast een degelijke exploitatie met harde omzetprognose, maakt het risico van de garantie acceptabel. Het verstrekken van deze garantie door de provincie vindt plaats in de uitoefening van haar publieke taak als bedoeld in de Wet fido (financiering decentrale overheden). Overwegingen voor PS hierbij zijn dat de provincie het klimaatakkoord heeft onderschreven en daarbij de ambitie heeft om de energieopwekking uit hernieuwbare energiebronnen te bevorderen. Daarbij wil zij specifiek de opwekking van zonne-energie stimuleren en lokaal eigendom van hernieuwbare energie van haar inwoners, met name de huishoudens met lagere inkomens, zoveel mogelijk bevorderen. Woningcorporaties moeten investeren in betere opstallen en duurzaamheid. Ze moeten daarvoor (veelal niet rendabele) investeringen doen in o.a. isolatie van panden. Het plaatsen van zonnepanelen is een variant hierop die niet rendabel is voor hen vanwege de relatief hoge investeringsuitgaven. De bewoners zijn veelal huishoudens met een lager inkomen. De garantie is een onmisbaar instrument in de opzet voor de waterschapsbank. De waterschapsbank verstrekt namelijk geen financiering als er geen garantie vanuit de publieke kant als zekerheid voor hen dient (statutaire bepaling). En woningcorporaties mogen een energiecoöperatie niet financieren dan wel een garantie afgeven. Daarbij komt dat de ING nooit bereid zou zijn om mee te financieren zonder de lening van de waterschapsbank. Zonder de garantstelling van de provincie is de realisatie van het plan niet mogelijk. De provincie is derhalve de geëigende overheidspartij om deze activiteiten te ondersteunen met een garantie.” De provincie wil zonnepanelen op daken stimuleren, en tegelijk de energietransitie mogelijk maken voor iedere inwoner. Met deze garantiestelling zorgt de provincie ervoor dat er meer zonnepanelen op daken van woningcoöperaties komen en tegelijk dat de huurders van deze woningcoöperaties kunnen profiteren van zonnepanelen zonder zelf te investeren. Hiermee wordt profiteren van de energietransitie mogelijk voor meer inwoners van de provincie Zuid-Holland. Dekking vindt plaats uit de exploitatiemiddelen van doel 3.1.2.
De maatschappelijke baten zijn: mogelijk maken dat huurders in woningen van woningcorporaties ook kunnen profiteren van zon op dak. Dit sluit aan op het provinciale beleid uit ambitie 3 “schone energie voor iedereen”, beleidsprestatie Samenwerken en bevorderen draagvlak in de energietransitie.
Er zijn alternatieven overwogen voor het instrument subsidie. De garantie is een subsidie onder de opschortende voorwaarde dat zich een onzekere gebeurtenis voordoet. De betalingsverplichting gaat alleen in wanneer de Stichting Duurzaam Financieren niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen jegens de waterschapsbank en de terugkoopverklaring geen navolging kan vinden vanwege financiële tekorten bij de Stichting Duurzaam Financieren (de onzekere gebeurtenis). De investering in zonnepanelen in de genoemde context van doelstellingen, vraagt om een financieringsconstructie waarbij een garantie het sluitstuk vormt. De risico’s afgewogen en de banken te bewegen om maximaal te financieren, maakt dat de garantie het instrument is om de constructie in te richten.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 1.700.000 en deze op te nemen in de Begroting.

De begrotingssubsidie aan InnovationQuarter t.b.v. innovatieprogramma energie en klimaat voor een bedrag van € 250.000 (beleidsdoel 3.3)
In het kader van het beleid voor industriële elektrificatie wordt een Fieldlab Industriële Elektrificatie (FLIE) samen met de gemeente Rotterdam, Deltalinqs, Havenbedrijf en de werkgeversorganisatie  FME  (Federatie Metaal en Elektrotechnische industrie) opgezet. Om projecten een extra slinger te geven is het zinvol om in het Energie en Klimaat programma, dat is ondergebracht bij InnovationQuarter, extra budget vrij te maken voor FLIE-projecten. Aan InnovationQuarter is reeds via een beschikking een begrotingssubsidie verleend voor het Innovatieprogramma Energie en Klimaat ronde 3 van 2 miljoen euro en het is wenselijk om deze beschikking met een bedrag van € 250.000 specifiek voor FLIE-projecten te wijzigen. Deze zal worden  ingevuld in het programma Energie & Klimaat Ronde 2 onderdeel Industrie Power2X.
Dekking vindt plaats uit de bestaande exploitatiemiddelen van doel 3.3 duurzaam energie- en grondstoffensysteem in de industrie. Het beleidsonderwerp valt onder ambitie 3 Schone energie voor iedereen (en draagt tevens bij aan ambitie 4 Een concurrerend Zuid-Holland).
De maatschappelijke baten zijn: vernieuwen en innoveren van het energie- en grondstoffen (eco-) systeem (Beleidsprestatie 3.3.2).
Er zijn geen alternatieven overwogen voor het instrument subsidie. Het geven van een opdracht ligt niet voor de hand omdat de industriële verduurzamingsprojecten en demonstratieprojecten binnen het FLIE ten gunste van het bedrijfsleven is (veelal installatiebranche) Ook dwingende regelgeving met handhaving ziet provincie als minder effectief instrument.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 250.000 en deze op te nemen in de Begroting.

Voor 1.6.94 Subsidieregeling energie infrastructuur op industrieterreinen Zuid-Holland het plafond van € 500.000 te verhogen met € 1.500.000 naar € 2.000.000  (beleidsdoel 3.3)
De subsidieregeling energie-infrastructuur op bedrijventerreinen is in werking vanaf 29 mei 2020. De regeling zou voor een jaar geldig zijn met een subsidieplafond van 0,5 miljoen euro. In 2021 staat hiervoor nog 0,25 miljoen gereserveerd.  Deze regeling wordt iets aangepast om ondersteuning van infrastructuur voor waterstof of CO2, voor Carbon Capture and Utilisation (CCU), ook buiten een industrieterrein mogelijk te maken omdat blijkt dat CCU, maar ook inzet van waterstof door de ontoereikende infrastructuur nog onvoldoende van de grond komt. De regeling is ook verlengd tot 31 december 2023 omdat blijkt dat bedrijven meer tijd nodig hebben om de plannen volledig uit te werken. Het subsidieplafond wordt van 0,5 miljoen naar 2 miljoen euro verhoogd. Voor 2021, 0,25 miljoen extra wordt gereserveerd en in totaal 1,5 miljoen extra in de regeling wordt gestopt. Dekking vindt plaats uit de bestaande exploitatiemiddelen van beleidsdoel 3.3 duurzaam energie- en grondstoffensysteem in de industrie. Het beleidsonderwerp valt onder ambitie 3 Schone energie voor iedereen (en draagt tevens bij aan ambitie 4 Een concurrerend Zuid-Holland).
De maatschappelijke baten zijn: Verhogen energie efficiënte en mede ontwikkelen energie infrastructuur (Beleidsprestatie 3.3.1)
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Het betreft hier bijdragen aan niet gereguleerde energie-infra. Deze blijkt vaak een financiële bottleneck te zijn voor energie uitwisselingsprojecten zoals het gebruik van restwarmte, CO2, waterstof. De provincie wil geen opdracht hiertoe verlenen en zo eigenaar te worden van de energie-infrastructuur.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het subsidieplafond vast te stellen op € 2.000.000.