Bijlage 2 Kaderbesluit Groen

2. Strategische wijzigingen

2.2 Handelingskader NatuurNetwerk Nederland

Natuur is van levensbelang, zoals eerder in dit document al is meegegeven. Echter, met veel flora en fauna gaat het nu niet goed. Door, onder andere, klimaatverandering en druk op beschikbare ruimte is de leefomgeving van vele planten en dieren sterk verkleind of verdwenen. Dit is terug te zien in een afname van de biodiversiteit met 85% in de laatste decennia. Veel vogels zijn voor hun broedplaats volledig afhankelijk van kwalitatieve natuurgebieden, zoals onze veenweidegebieden. Het is daarom van belang dat deze natuur veerkrachtig is en behouden blijft.
Om verdere achteruitgang te stoppen en te voldoen aan de Europese vogel- en habitatrichtlijnen werkt Zuid-Holland aan het versterken van natuur door bestaande natuur beter te beschermen, nieuwe natuur aan te leggen en de natuurgebieden te verbinden. Een robuust netwerk van natuur dat tegen een stootje kan: het NatuurNetwerk Nederland (NNN). Dit Natuurnetwerk vormt de basis van het beleid om te komen tot een sterkere natuur in Zuid-Holland.

Belang bij een nieuw handelingskader
Vanuit de visie dat maatschappelijke inbedding essentieel is voor een duurzaam behoud van natuur, is zelfrealisatie door grondeigenaren het uitgangspunt van de NNN-opgave. De nog te realiseren NNN-gronden zijn echter voor een groot deel in handen van eigenaren die (nog) niet geïnteresseerd zijn in zelfrealisatie of voor wie het economisch onhaalbaar is om over te gaan tot zelfrealisatie. Dat maakt het realiseren van de natuurdoelstelling sterk afhankelijk van derden.
Daar waar draagvlak is, wordt natuurontwikkeling bemoeilijkt doordat gronden (gedeeltelijk) buiten de NNN-begrenzing vallen. Bovendien gaat het door het verspreid liggen van de gebieden om een zeer grote hoeveelheid stakeholders. 

Om deze knelpunten op te lossen en te zorgen dat de realisatie van de natuur ook hier mogelijk wordt, wordt een aanpassing voorgesteld in het beschikbare instrumentarium voor realisatie van de 800 NNN-hectares waar nu knelpunten optreden bij tijdige realisatie.

Uitgangspunten voor het handelingskader

Voor de aanpassing van het instrumentarium is gebruik gemaakt van ervaringen uit lopende en afgeronde gebiedsprogramma’s; Krimpenerwaard, Gouwe Wiericke en Deltanatuur. Om de aanpassing van het Handelingskader voor de realisatie van het NNN mogelijk te maken, wordt voorgesteld om het vigerende instrumentarium te verbreden met instrumenten waarmee in het verleden succes is geboekt. Voor wat betreft het voorstel tot aanpassing van het instrumentarium zijn er haakjes in het Programma Natuur van het Rijk. Daarnaast biedt het meer sturingsmogelijkheden om de deadline van 2027 te halen.

De aanpassingen betreffen: 
1. Verbreding van het subsidie-instrumentarium voor zelfrealisatie;
2. Versnelling van proces van NNN-grenswijzingen doorvoeren;  
3. Voeren van een meer actieve verwervingsstrategie. 

Hieronder worden de wijzigingen verder toegelicht.

1. Verbreding van het subsidie-instrumentarium voor zelfrealisatie
De bevoegdheid voor de verbreding van de subsidieregelingen voor zelfrealisatie ligt bij GS en wordt deels meegenomen bij de besluitvorming over Programma Natuur. 
De volgende wijzigingen van het subsidie-instrumentarium zijn voorgenomen:

  • De beheervergoeding voor natuur (SNL) wordt verhoogd van 75% naar 84%. Dit is een maatregel onder Programma Natuur en wordt landelijk doorgevoerd.
  • De subsidie voor NNN-ontwikkeling op eigen grond (SKNL) wordt ook opengesteld voor overheden.
  • Er wordt een regeling toegevoegd aan de huidige Subsidieregeling Groen waarmee het makkelijker wordt voor particulieren om grond aan te kopen ten behoeve van NNN-ontwikkeling.

NB: De verhoging van de beheervergoeding (SNL) wordt gefinancierd vanuit het programma Natuur, het betreft hier Rijksmiddelen (geen provinciale middelen) en wordt meegenomen in de afspraken van het Programma Natuur. De overige wijzigingen in subsidie-instrumentarium zijn budgetneutraal. Dat wil zeggen dat deze wijzigingen alleen gaan over hoe we het geld beschikbaar stellen, er wordt niet méér geld beschikbaar gesteld.

2. Versnelling van proces van NNN-grenswijzingen doorvoeren  
De begrenzing van het NNN vormt het kader waarbinnen de natuurrealisatie plaatsvindt. Daar waar op de ene locatie realisatie moeilijk is, zijn er op andere plekken kansen voor natuurontwikkeling net buiten de begrenzing. Om deze kansen te benutten is snelle aanpassing van de begrenzing soms noodzakelijk. De bevoegdheid voor het aanpassen van de begrenzing van het NNN ligt bij PS. De procedure voor het wijzigen van de begrenzing is dat aanpassingen van de begrenzing worden opgenomen wanneer de Omgevingsverordening wordt gewijzigd. Dit proces vindt gemiddeld één keer per jaar plaats, wat betekent dat het soms twee keer per jaar gebeurt en soms één keer in de twee jaar. GS kan de gewijzigde begrenzing pas opnemen in het provinciale Natuurbeheerplan als PS ermee hebben ingestemd. En initiatiefnemers kunnen pas subsidie voor (afwaardering en) inrichting van het NNN aanvragen op het moment dat een gebied is opgenomen in het Natuurbeheerplan.
De bevoegdheid voor grenswijziging van nog te realiseren NNN-gebieden wordt voor een beperkte tijd en onder strikte voorwaarden aan GS gedelegeerd conform de procedure bij Krimpenerwaard en Bodegraven-Noord. Hierdoor is wijziging van de begrenzing vaker mogelijk waardoor initiatieven voor natuurontwikkeling buiten het NNN sneller gehonoreerd kunnen worden en natuur sneller gerealiseerd kan worden. In de nieuwe Omgevingswet wordt de bevoegdheid voor grenswijzigingen al neergelegd bij GS, deze delegatie geldt dus tot invoering van de nieuwe Omgevingswet.   
Hierbij wordt gewerkt met dezelfde voorwaarden als bij de gebieden Krimpenerwaard en Bodegraven-Noord: 

  • De bevoegdheid geldt alleen voor de nog te realiseren NNN-gebieden en -verbindingen; 
  • Wijzigingen zijn hectare-neutraal of positief: het NNN-oppervlak blijft minimaal even groot; 
  • De functionaliteit van het Natuurnetwerk blijft onaangetast. 

Voor het verschuiven van de bevoegdheid voor grenswijzigingen in het NNN van PS naar GS, wordt de Omgevingsverordening gewijzigd. 

3. Een meer actieve verwervingsstrategie  
Aanpassing van de NNN-verwervingsstrategie biedt handvatten voor meer sturing op het proces. Daar waar grondeigenaren en gebiedspartijen geen of onvoldoende interesse hebben in NNN-realisatie, kan de provincie door aankoop en planologie meer regie nemen op het proces. 
Onder een actieve verwervingsstrategie verstaan we het aankopen van NNN-gronden door de provincie, aankoop van ruilgronden buiten de NNN-begrenzing ten behoeve van grondruil en de mogelijkheid om volledige schadeloosstelling te kunnen bieden voor grond. Dat laatste betekent als ultieme consequentie dat gronden onteigend zullen worden. Onder de Omgevingswet is onteigenen een bevoegdheid van PS.  
Volledige schadeloosstelling vormt een volledige vergoeding voor alle schade, die een eigenaar rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn grond lijdt. Door budget beschikbaar te stellen voor volledige schadeloosstelling wordt impliciet al besloten tot onteigening als ultimum remedium en kan worden gestart met het bieden van deze schadeloosstelling bij minnelijke onderhandelingen ter voorkoming van een onteigening. 
De dekking van de meerkosten van volledige schadeloosstelling/onteigening voor zogenaamde sleutelhectares wordt gevonden binnen het hierboven beschreven Programma Natuur. Sleutelhectares zijn die hectares die noodzakelijk zijn te verwerven omdat zonder deze hectares stikstofgevoelige habitats zich niet kunnen ontwikkelen of zelfs kunnen blijven bestaan. De huidige middelen voor Programma Natuur komen voort uit de aanpak stikstof en vanuit die hoedanigheid verwacht het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dat deze ook voor stikstofgevoelige habitats worden ingezet. Onteigening wordt enkel ingezet voor cruciale delen van het NNN die niet geherlocaliseerd kunnen worden, waar na een uitvoerige verkenning zelfrealisatie onmogelijk blijkt en een minnelijke overeenkomst over aankoop van gronden niet bereikt kan worden. Om onteigening mogelijk te maken moet de planologie worden vastgelegd via bestemmingsplan of Provinciaal inpassingsPlan (PiP)/Projectbesluit als basis voor een hierna door PS te nemen onteigeningsbeschikking.  
Met bovengenoemde grondinstrumenten ontstaan er meer kansen voor het verkrijgen van de benodigde gronden en hebben we meer grip op het behalen van de doelen binnen de afgesproken termijn. 

Deze pagina is gebouwd op 09/24/2021 08:12:27 met de export van 09/24/2021 07:58:17